Suriname 50 years independence
Vandaag herdenken en vieren wij een historisch moment: het uitroepen van de Republiek Suriname op 25 november 1975. Een dag die voor velen voelt als licht dat bevrijdt waar anderen meer de schaduw ervan ervaren die nog steeds mee beweegt.
Srefidensi Dey is geen eenzijdig verhaal. Het is meerstemmig.
Suriname was ruim drie eeuwen deel van het Nederlandse koloniale systeem. De dag van onafhankelijkheid is voor vele Surinamers een dag van trots, het is de viering van de eigen koers, identiteit en diverse cultuur. Suriname viert dat het een veerkrachtige natie is.
De onafhankelijkheid wordt ook herinnerd als abrupt, overhaast, onvoldoende voorbereid. Velen in de diaspora ervaren 1975 als het begin van een grote migratiegolf, een gedwongen keuze tussen twee werelden. Er was blijdschap en hoop, maar ook onzekerheid en de stille vraag: wat
betekent thuis als thuis hier en daar is?
Het is voor het Nationaal Slavernijmuseum essentieel om verschillende stemmen aan het woord te laten. Wij willen ruimte scheppen voor het volledige verhaal van de geschiedenis, van de vele stemmen van Suriname, van de diaspora, ruimte voor kritische analyses van
historici en de intieme herinneringen van families die de afscheiding van 1975 in hun lijf en geest dragen.
Dit vijftigjarig jubileum is geen voltooiing, het is een uitnodiging. Om opnieuw te luisteren, te begrijpen en te verbinden. Om vooruit te denken.
Daar draagt het Nationaal Slavernijmuseum aan bij met voorstellingen, educatieve activiteiten, publieke gesprekken en (pop-up) tentoonstellingen die de veelheid aan perspectieven zichtbaar maken, voor jong en oud.
We brengen persoonlijke belevenissen, archiefstukken, muziek, literatuur en kunst samen om het hele verhaal te vertellen. We tonen vreugde en rouw, trots en twijfel, de historische lange lijn én de realiteit van nu waarin Surinaamse cultuur zich wereldwijd blijft
ontwikkelen.
We wensen iedereen in Suriname en alle Surinaamse Nederlanders een betekenisvolle Onafhankelijkheidsdag!
Wan Swit’ Srefidensi Dey!
Duurzame samenwerking NiNsee, Herdenkingscomité Slavernijverleden en Nationaal Slavernijmuseum
Het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee), het Herdenkingscomité Slavernijverleden en het Nationaal Slavernijmuseum hebben op 31 oktober een intentieverklaring ondertekend om hun samenwerking te versterken. De drie instituten willen hun krachten bundelen om de kennis, erkenning en maatschappelijke dialoog over het Nederlandse trans-Atlantische slavernijverleden verder te verdiepen.
De instituten benadrukken hun gedeelde missie om te herdenken, begrijpen, doorgeven, helen en herstellen en met oog voor de blijvende impact van het slavernijverleden op de samenleving in Nederland. “Deze intentieverklaring markeert een nieuw hoofdstuk in de samenwerking tussen onze instituten,” zegt Dave Ensberg-Kleijkers, voorzitter van NiNsee. “Door onze kennis, netwerken en maatschappelijke rollen te verbinden, houden we de herinnering en het gesprek over het slavernijverleden levend. Het wordt zo daadwerkelijk een gezamenlijke missie van herdenken, begrijpen, helen en herstellen.”
Duurzame samenwerking
De drie partijen verbinden zich aan gezamenlijke waarden als gelijkwaardigheid, transparantie, wederzijds respect en inclusiviteit. Hoewel iedere instelling haar eigen mandaat en identiteit behoudt, zetten zij in op nauwere afstemming en samenwerking. In de komende periode werken de instituten aan een plan van aanpak waarin de concrete vorm, organisatie en inhoudelijke thema’s verder worden uitgewerkt. Dit plan vormt de basis voor een definitieve samenwerkingsovereenkomst in 2026. “Deze institutionele samenwerking markeert de brug die gerealiseerd wordt tussen verleden, heden en de toekomst,” zegt Franc Weerwind, voorzitter Nationaal Slavernijmuseum.
Maatschappelijke dialoog
Met de intentieverklaring willen de drie instituten ook het vertrouwen met het brede publiek versterken en de verbinding verdiepen met gemeenschappen en maatschappelijke organisaties. “De kracht van deze samenwerking zit in de complementariteit van onze rollen. Van herdenken en onderzoeken tot zichtbaar maken en inspireren,” zegt Astrid Elburg, voorzitter van het Herdenkingscomité Slavernijverleden. “Zo dragen we samen bij aan een toekomst waarin kennis, herdenking en dialoog elkaar versterken. Een inclusieve herinneringscultuur begint bij samenwerking.”

